Hieronder zijn de verschillende praktische opdrachten te downloaden.

Leerlingen kunnen per opdracht een Plan van aanpak maken en een Logboek invullen.

1. Is het een jongen of meisje en wat doen we eraan? (Leven) L1
In deze praktische opdracht ga je je verdiepen in hoe de ontwikkeling van het geslacht bij mensen precies tot stand komt en wat daarbij fout kan gaan. Verder kijken we naar het verbouwen van het menselijke lichaam nu en in het verleden dus van Frankenstein tot Micheal Jackson. Mogen we knoeien aan Gods schepping? Je neemt standpunten in en laat resultaten zien in een posterpresentatie.

2. De rol van toeval bij wetenschap (Algemeen)  A1
In deze opdracht krijg je inzicht in hoe wetenschap werkt en zich in de loop van de geschiedenis ontwikkelt en welke rol verbeterde apparatuur daarin speelt. Je maakt een proefopstelling en vervolgens test je die. Als eindpresentatie licht je je gebouwde apparaat en je proefopstelling mondeling toe. Bovendien verdiep je je in de rol van toeval bij onderzoek.

3. Gaat de zon op of de aarde onder? (Zonnestelsel en heelal) Z1
Je gaat je verdiepen in de rol van Giordano Bruno en Galileo Galileï bij het probleem dat niet de aarde maar de zon in het middelpunt van ons zonnestelsel staat. Vooral de botsing, die zij aan den lijve ondervonden tussen kerk en wetenschap speelt hier een belangrijke rol. Jullie leggen je bevindingen van hun levens in twee posters vast en geven er een mondelinge toelichting bij.

4. Zeep maken vroeger en nu. (Materie)  M1
Zeep wordt al vele eeuwen gemaakt. Zo maakten de Romeinen zeep uit dierlijk vet en houtskool. Tegenwoordig kan zeep eenvoudig worden gemaakt uit bakvet, olijfolie en natronloog. Je gaat zelf zeep maken op de manier van vroeger en zeep zoals we het nu doen. Verder moet je de volledige productielijn van zeep bestuderen en in kaart brengen op een poster. Leuk zou het zijn als je in staat zou zijn zelf een zeepfabriek te bezoeken, maar misschien moet dit maar virtueel gebeuren.

5. Dat is (g)een wonder? (Algemeen) A2
Jullie gaan denken en praten over wonderen en de tegenstrijdigheid van die wonderen met de wetenschap. Ook komt de rol van religie en astrologie hierbij te voorschijn. Dus wat weet jij en wat geloof je als het over wonderen gaat? Er is natuurlijk ook plaats voor eigen -al dan niet verzonnen- sterke verhalen. Probeer achter de trucs van illusionisten en goochelaars te komen. De eindpresentatie is in de vorm van een eigen, kleine goochelshow.

6. De Carmel wetenschapskrant (Algemeen)  A3
Je stelt zelf een wetenschapskrant samen. Je gebruikt daarvoor wetenschapsbijlagen van kranten zoals b.v. de Volkskrant of NRC Handelsblad. Die krantenartikelen schrijf je niet domweg over maar vat je kort samen op een begrijpelijk niveau. Vanzelfsprekend mag je ook zelf artikelen schrijven door uit één van de vele boeken uit de mediatheek een kort interessant thema te halen en hier een kort artikel van te maken. Natuurlijk mag je ook zelf bekenden interviewen die in industrie of universiteit wetenschappelijk werk verrichten. Je wordt beoordeeld op inhoud en originaliteit, niet op het aantal pagina’s.

7. Het opzetten van een eigen bedrijf (Materie, Biosfeer) M2
Je gaat virtueel een eigen bedrijf opstarten. Dus een product verzinnen, kijken/organiseren hoe de productie moet verlopen, hoe kom je aan geld, hoe maak je via een website zo veel mogelijk reclame, enz. Het eindproduct is een website over jullie nieuw te produceren hebbedingetje. Zie als voorbeeld de website van het Thijcollege.

8. Overdag kijken in een donker heelal (Zonnestelsel en heelal)  Z2
Sterren kijken in Nederland is lastig: het is vaak bewolkt en het moet ‘s nachts. 
Dit probleem kunnen we omzeilen door gebruik te maken van een telescoop op het Zuidelijk Halfrond (Australië).Via de computer kunnen we overdag foto’s maken van een nachtelijke hemel op het Zuidelijk Halfrond. Na een gemeenschappelijk introductiedeel krijgt elk een aparte praktische opdracht. Onderdeel van de opdracht is: het maken van foto’s (via de computer) en het verwerken hiervan.
 
9. De mannenpil (Materie, Leven)   M3
Op diverse manieren wordt de introductie van dit nieuw “medicijn” tegen het licht gehouden. Wat wil de producent en de consument, zijn die zaken vergelijkbaar, enz. Hoe moet ie worden toegediend, zijn er bijwerkingen? Vele aspecten worden bekeken. Het geheel resulteert in een poster waarbij een duidelijke uitleg moet worden gegeven.

10. 2 voor 12: een quiz met ANW (Algemeen)  A4
Je gaat deze bekende quiz van de VARA televisie in elkaar zetten en uitvoeren. De vragen moeten uit alle domeinen van ANW komen, maar de organisatie van de quiz is natuurlijk belangrijk. Leuke vragen met illustraties van een stukje video of in de vorm van kunst worden natuurlijk extra gewaardeerd. De presentatie is de quiz zelf natuurlijk.

11. Water als bloedsomloop van de stad (Materie, biosfeer) B1
De drinkwateraanvoer en de afvoer van rioolwater is door de eeuwen heen een belangrijk aspect van de inrichting van iedere stad. Ieder huis, kantoor of bedrijf moet immers worden aangesloten en daarom is het van het grootste belang dat dit zorgvuldig en met overleg gebeurt. De opdracht is met behulp van een plattegrond van jullie stad zelf een kaart op posterformaat of een website te maken die naast de belangrijkste kenmerkende straten en (historische) gebouwen de hoofdaanvoer van drinkwater en hoofdafvoer van rioolwater in beeld brengt.

12. Twente, het land van de zandsteen (Materie, biosfeer)  B2
Natuursteen werd en wordt nog steeds voor diverse doeleinden gebruikt. Denk daarbij aan kerken, standbeelden, aanrechtbladen, sieraden, enz. Hier in Twente heeft één gesteente overheerst als natuursteen. Jullie maken over dit gesteente als bouwmateriaal een presentatie met behulp van een poster, video of website.

13. Cosmos sterrenwacht (Zonnestelsel en heelal) Z3
In Lattrop staat een publiek- en ontdekcentrum Cosmos. Het is o.a. een sterrenwacht, maar er zijn nog veel meer dingen te beleven. Kijk maar op hun website: 
www.e-cosmos.nl 
De bedoeling is dat jullie een flyer maken om een bezoek aan dit centrum te stimuleren. De doelgroep zijn leerlingen van jullie eigen leeftijd. Naast de flyer moeten jullie ook een excursie met geïnteresseerde leerlingen van jullie school organiseren.

14. Kleurgebruik in schilderijen (Materie)  M4
Maak een tentoonstelling, poster of een PowerPoint presentatie van 6-8 afbeeldingen van schilderijen. De begeleidende teksten bij de afbeeldingen van de schilderijen gaan over het kleurgebruik. Dat kleurgebruik beschrijf je algemeen en vanuit het ambachtelijk perspectief. Hoe is het kleurgebruik (vergeleken met de andere schilderijen); welke kleurstoffen, oplosmiddel, bindingsmiddel en conserveringsmiddel zijn gebruikt? Op welk materiaal is geschilderd?

15. Films bekijken en zelf een videofragment maken (Leven)  A5
Je kiest drie filmfragmenten (met eenzelfde onderwerp, bij voorkeur een medisch onderwerp) uit verschillende tijden. Je bekijkt deze fragmenten op o.a. communicatiemiddelen, vervoermiddelen, gebruik van energie, levensomstandigheden, enz.
Geef voor de verschillende technische middelen aan wanneer ze ontdekt zijn met eventueel de namen van de uitvinders. Daarna maak je zelf een video-opname die in de jaren vijftig geplaatst is.

16. Beeldspraak uit de techniek voor de menselijke geest (Leven)  L2
Kies drie boeken (psychologische romans, verhalenbundels) uit verschillende tijden. Vergelijk vijf tot tien bladzijden van die drie boeken met elkaar.
Boek 1 uit de periode 1880-1910.
Boek 2 uit de periode 1940-1960.
Boek 3 uit de periode 1985-heden.
Zet systematisch achter elkaar welke beelden van de menselijke geest in elke periode naar voren komen. Daarna duik je nog dieper het verleden in om te kijken hoe ze aan het begin van onze jaartelling over beelden voor het functioneren van de menselijke psyche dachten. Je maakt over je ervaringen een verslag, maar het mag ook in de vorm van een poster zijn. Je kunt daar mooi in voorstellen hoe ze over onze hersens dachten en denken.

17. Over de wisselwerking tussen technologie en menswetenschappen (Algemeen) A6
Neem een wetenschapsgebied of kunstgebied (beeldende kunst, muziek, toneel, film, literatuur, architectuur) dat je persoonlijke interesse heeft. Kies een persoon die op dat gebied naam heeft gemaakt. Ga na wat de stand van de techniek en/of de stand van de natuurwetenschappen was toen hij/zij zijn/haar theorieën ontwikkelde.
Geef zijn/haar bijdrage aan zijn/haar wetenschapsgebied/kunstgebied weer.
Probeer ook te achterhalen in hoeverre hij/ zij geïnspireerd werd door de stand van de techniek en/of de stand van de natuurwetenschappen van zijn/haar tijd. Maak van je bevindingen een verslag van maximaal twee A4’tjes.

18. Over angst voor technologie (Algemeen) A7
Ieder van jullie drie bestudeert een voorbeeld van een boek of een verhaal, gedicht, schilderij of bijvoorbeeld een film waarin angst voor techniek aan de orde wordt gesteld.
Beschrijf je eigen gekozen voorbeeld in twee A4tjes en maak een poster waarin jullie gemeenschappelijk die angst weergeven in een tekening, schilderij, etc.
Geef aan op welk vlak die angst ligt. Probeer ook je eigen mening in de beelden van die poster weer te geven. Vind je die angst terecht? In welke opzichten vind je die niet/wel terecht? Geef bij de poster een toelichting waarin dit o.a. naar voren komt.

19.  Producten in het klein en in het groot (Materie) M5
Jullie gaan een warenonderzoek doen naar een van de volgende producten: zonnebrandcrème, verf, wijn, yoghurt, zuurkool, kaas, jam of tandpasta. Dit product gaan jullie eerst zelf maken en testen op school. Dat proces vergelijken jullie met het industriële proces (incl. eventueel bedrijfsbezoek of info uit andere bron). Daarna vergelijken jullie ook verschillende varianten van het product in de winkels. Ook het ontwerpen van een passende verpakking voor jullie product hoort tot de mogelijkheden.

20. Anticonceptie (Leven)  L3
Jullie stellen een eigentijds naslagwerk over anticonceptie en de geschiedenis van anticonceptie samen. Besteed hierbij aandacht aan vragen als: welke verschillen zijn er met betrekking tot de anticonceptie van nu en vroeger? Wat voor impact heeft dat gehad op de samenleving in Nederland? Wat is de relatie met anticonceptie en ziektes? 
Kies een ander land met duidelijke problemen op dit gebied en vergelijk de situatie met de  Nederlandse. Deze opdracht wordt afgesloten met een verslag in de vorm van een eigentijds naslagwerk.

21. DNA-modificatie (Leven)  L4
Bij deze opdracht verdelen jullie binnen jullie groep drie rollen, namelijk die van voorstander, die van tegenstander van DNA-modificatie en van de wetenschapper. Jullie geven aan het eind van deze opdracht vanuit de drie verschillende rollen jullie mening over dit onderwerp. Tijdens de opdracht onderzoeken jullie wat DNA-modificatie precies is en waar en wanneer het wordt toegepast (wat is het verschil met manipulatie). En jullie proberen na te gaan wat de voor- en nadelen van DNA-modificatie zijn. Deze opdracht wordt afgesloten met een voorlichtingsfolder waarin beide zijden (voor en tegen) goed worden belicht.

22. Vervuilingsgraad van diverse wateren in Twente (Leven/ Biosfeer) B3
Onderzoek de vervuilingsgraad (chemisch en biologisch) van diverse wateren in Twente in de buurt van industrieterreinen. Vergelijk deze met elkaar en onderzoek of er een relatie is met de industrie in de buurt. Zoek een bedrijf uit en ga na wat deze doen met hun afvalwater (kan dit invloed hebben op de wateren in de buurt?). Je kunt ook onderzoeken wat de wettelijke regelgeving op dit gebied is.

23. Groene elektriciteit of juist niet? (Biosfeer) B4
Ga na wat het verschil is tussen de zogenaamde groene energie en de ‘vuile’ energie. Hoe worden beide opgewekt? Wat zijn de voor- en nadelen van beide. Onderzoek ook of het mogelijk is dat heel Nederland massaal op groene energie overstapt. Eventueel kun je in het kader van deze opdracht ook gaan uitzoeken welke energiebesparende maatregelen er genomen kunnen worden in jullie school.

24. Tijdsmetingen en hun cultuur (Zonnestelsel en heelal) Z4
In deze opdracht gaan jullie je bezig houden met verschillende manieren om een kalender op te stellen. Zo hebben we de bijv. de jaartelling van de joden, van de chinezen en die van de maya’s. Die wijken van onze eigen jaartelling af. Ga na wat de verschillen zijn tussen de vier verschillende jaartellingen (je mag zelf kiezen welke) en leg uit waarom juist deze manier van jaartelling in die cultuur tot stand kwam.

25. Milieuproblematiek (Biosfeer) B5
Jullie leven in het jaar 2029. De vervuiling heeft ernstige gevolgen gehad voor het leven op aarde. Zuurstof is schaars geworden en het klimaat op aarde is veranderd door het broeikaseffect. Jullie gaan na hoe dit in het jaar 2000 voorkomen had kunnen worden. Rond dit jaar bestonden er verschillende instrumenten die tot reductie leiden, bijv. Joint Implementation, Clean Development Mechanism en emissiehandel. Maak een overzicht van de verschillende instrumenten. De milieubeweging heeft veel kritiek uitgeoefend op deze plannen. Geef aan wat de kritiek was en ook of je het er mee eens bent of niet.
Deze opdracht sluit je af met je eigen mening over wat men nu zou kunnen doen om de milieuproblematiek te verminderen.

26. Erfelijke ziekte, een raadsel dat je krijgt en moet worden opgelost? (Leven) L5
Ga voor een bepaalde erfelijke ziekte na (overleg met de docent welke) hoe deze wordt ontdekt, wat de kenmerken zijn van deze ziekte, wat de gevolgen zijn voor de patiënt en voor de samenleving. Zijn er medicijnen voor deze ziekte of andere oplossingen? 
Verdeel binnen jullie groep de rollen van persoon met erfelijke ziekte, het familielid en de arts. En ga na of een oplossing altijd gewenst is.